Het Nederlandse internetfenomeen Joost Klein stond zaterdagavond in Ancienne Belgique. Het was – op het nippertje – het allerlaatste feestje voor de nieuwe coronamaatregelen van kracht werden. Onze recensent was erbij.
Voor Joost Klein begon alles met z’n YouTube-kanaal EenhoornJoost Met 200.000 abonnees en 20 miljoen views was Joost geen kleine vis, toch ruilde hij in 2016 video’s in voor muziek. Na heel kort bij Top Notch gezeten te hebben, richtte de Nederlander een eigen label op. Hij bracht album Albino uit en bracht zijn muziek op de grootste podia van de Lage Landen, waaronder Pukkelpop en Lowlands.
Een maand geleden kondigde Joost zijn terugkeer naar België aan. Al leek het bijna – door de verstrengde coronamaatregelen – op een rondje uitstellen te eindigen. Toch kon de show op de valreep doorgaan. En dat het publiek niet bang was van het virus én een feestje, bleek vanaf minuut één. Na een ophitsende DJ-jet en een laatste warming-up met – het toch atypische – Unwritten van Natasha Bedingfield kwam Joost het podium op. Ome Robert knalde door de boxen, rook vulde het podium en daar was ie: als een God voor het jonge publiek.
En what the fuck was dat? AB beschreef Joost als: “internetfenomeen, creatieve duizendpoot en meester entertainer” – en ze hadden gelijk. Joost is een vat vol explosief enthousiasme. En de zaal was nog hyperactiever dan hemzelf. Al vanaf de eerste beats vloog het bier door de lucht en renden jongeren – er waren quasi uitsluitend oude tieners en jonge twintigers – in der haast door de zaal om zo dicht mogelijk bij hun idool te geraken. Ancienne Belgique leek zaterdagavond zichzelf niet meer, maar had een teleportatie ondergaan naar de wilde weide waar de Dance Hall van Pukkelpop mag staan. “Ik ben Joost Klein. Ik hou van jullie. Jullie zijn gek in jullie hoofd”, hitste hij de massa nog meer op waarna z’n zelf getitelde song Joost Klein door de boxen knalde.
“Ik moet nu al huilen. WTF”, reageerde Klein na de song. En toen wisten we het al: deze man brengt het feestje van het jaar naar ons land. Al had dat ook misschien te maken met het oneindig aantal keer “België” dat hij riep. Mopje – music matters – maar Flaminganten blijven beter weg van de rapper uit Friesland.
Meeuwgeluiden en De Kreuners
Toch kijkt u – indien u de dertig nadert of ouder bent – waarschijnlijk raar op bij de muziek van Joost. U vindt hem misschien zelfs vervelend of kinderlijk, met songs zoals het met meeuwengeluiden opgeleukte Meeuw of lyrics als “Nee, ik lust geen garnalen / Ja maar ikke lust wel kroepoek” op Door De Kerk. Maar wie een beetje voeling wilt houden met alles wat hip, jong en goed is, gaat meer beter eens naar een show van Joost. Want de hoogtepunten waren nauwelijks te tellen. Van het verslavende Summervibes 2019 – “Ik stond op Pinkpop, Lowlands, Pukkelpop, Zwarte Cross / Ging top, total loss, hip-hop” – tot z’n versie van Ik Wil Je van De Kreuners: iedere song was reden voor een feestje.
“Dit is het laatste feestje in België”, wist Joost. En om die reden had Joost ook z’n partner in crime Brunzyn meegenomen voor Albino Sports Anthem en Grote Spelers. Al was er ook ruimte voor oprechte emoties. Zo zong Joost op het gloednieuwe Papa en Mama openhartig over de dood van zijn beide ouders en de negatieve gevoelens die daarbij gepaard gaan. “Ik hoop dat ze dit zien”, vertelde hij duidelijk geëmotioneerd. “Jullie zijn mijn familie”, vulde hij aan, waarna het publiek in luid applaus losbarstte.
Om de emotie weg te spoelen had Joost een speciale verrassing mee. Zo dook tijdens Sexy Song YouTuber Acid op het podium op. Nathan Vandergunst, die onlangs ook bij het offline publiek, bekend raakte dankzij De Slimste Mens gaf nadien op – het onuitgebrachte – Disco Belgica het beste van zichzelf door in de kolkende massa te gaan dansen en springen. Met I Like To Move It van Crazy Frog, een portie freestyle en een extra keer Ome Robert gaf Joost er definitief de brui aan.
Wat was dat? We weten het nog altijd niet. Maar dat Joost vierenhalf sterren krijgt, is alleen maar omdat vijf sterren m’n geloofwaardigheid zou aantasten. Want stiekem verdiende hij ze wel.
