Er werd al veel gezegd en geschreven over de nieuwe Bond-film. Vlaamse recensenten sabelen de film neer, terwijl de internationale pers No Time To Die de hemel in prijst. De waarheid zit ergens tussenin.
Voor James Bond komen we graag ons kot nog eens uit. Om de zoveel jaar verschijnt er nog eens een Bondfilm – ditmaal duurde dat om gekende redenen nog langer dan anders, zo dateert voorganger Spectre van 2015 – maar steeds ontstaat er bij ons een gevoel van gelukzaligheid bij de release van een nieuwe film van deze geweldige franchise. Met No Time To Die komt er een einde aan het verhaal van acteur Daniel Craig in de 007-saga. Voor de acteur, die voor het eerst in Casino Royale te zien was, moest Bond 25 het kroonjuweel zijn na zijn vijf Bondfilms.
No Time To Die gaat van start met een ronduit angstaanjagende openingsscène waar Oscar-winnaar Rami Malek voor het eerst – en jammer genoeg ook laatst – echt angstaanjagend is. Regerend vanuit een grote betonnen bunker, zoals het een goede slechterik beaamt, wilt zijn personage – Lyutsifer Safin – de wereld ten einde laten komen. Voor Malek was deze rol – ondanks een flinke dosis make-up – niet geschikt. Echt angstaanjagend of geloofwaardig komt hij nooit over. Al lijkt dat eerder aan het makke script te liggen, dan aan de acteur zelf. Enkel zijn eindscène met Daniel Craig zal ons bijblijven. Ook die andere schurk – Ernst Stavro Blofeld – keert in No Time To Die terug. Gelukkig is Blofeld – gespeeld door Christoph Waltz – ditmaal niet van hetzelfde bedje ziek. Al viel de beperkte schermtijd en ook het gewicht van de slechteriken beperkt uit in deze film. Ook het motief van Safin blijft behoorlijk vaag.
Wie wel een sterke indruk maakt is Bonds geliefde Madeleine Swann, gespeeld door Léa Seydoux. De immer wantrouwige Bond wordt geplaagd door nieuwe en oude vijanden die wonden openrijten in het hart van deze Bond. Want in No Time To Die is Bond vooral James, de mens van vlees en bloed – iemand met een hart.
Dat No Time To Die anders is, dan de klassieke Bond-films is de verdienste van Amerikaans regisseur Fukunaga. Voor het eerst zijn er ook geen vrijscènes of vrouwen die als zwijm voor de ogen van 007 vallen. Bond anno 2021. Het is film die meer op het hart dan op met actie geladen scenes mikt. Al zijn die er uiteraard wel. Van een prachtige scène in Noorwegen tot heerlijke gadgetactie in Italië. Bond blijft bond, zoals steeds geplaagd door een groot en wereldwijd gevaar, hetzij ditmaal vooral in een humaan jasje en minder als een actievolle spionageheld. Dat lijkt door No Time To Die het exclusieve terrein van Cruise en zijn Mission: Impossible te worden.
Gelukkig staat Bond er niet alleen voor om het wereldwijde gevaar in de kiem te smoren. Hij wordt bijgestaan door een sparring partner, de nieuwe geheim agente Nomi (Lashana Lynch). Door Bonds pensioen heeft ze tijdelijk zijn nummer 007 overgenomen, maar erg verbluffend is het personage niet. Zo blijft ze bij momenten te vlak en blijkt Nomi vooral een heel keurige 007 te zijn. Haar meerwaarde is in dit script quasi nihil, buiten haar verfrissende eerste scènes. Wie wel schittert is Paloma, gespeeld door Ana de Armas. Ze is amper een kwartier te zien, maar had in deze Bondfilm veel meer minuten mogen krijgen. Er heerste een fijne chemie tussen Craig en de Armas, wat zorgde voor een charmant, grappig en bondwaardig debuut.
IMAX-rommeligheid
Ook cinematografisch is er niets aan te merken op No Time To Die. Alle scènes werden prachtig ingeblikt. Al wordt de film, in IMAX-bioscopen, door de keuzes van cinematograaf Linus Sandgren rommelig door het wisselen tussen IMAX en klassieke formaten. Zo is slechts een gedeelte in IMAX-formaat gefilmd. Al is No Time To Die in dat opzicht ook wel een primeur. De vorige films werden nog opgeschaald van het klassieke filmformaat naar IMAX. Ditmaal krijgen we dus het echte werk.
Waar No Time To Die ook steken laat vallen is de lengte van de film. Met zijn 2u43 minuten is de nieuwe Bondfilm iets te lang. Er had heus hier en daar in enkele scènes geknipt kunnen worden zonder aan het verhaal te raken. Al begrijpen we ook dat ze met deze Bondfilm allerlei zijsprongetjes wilden afsluiten.
No Time To Die is een mooi einde voor Daniel Craig. Hij kent zijn personage door en door en is van de eerste tot z’n laatste scène ijzersterk. Het orgelpunt van zijn 007-reis. Al is het script bijlange niet perfect. Al komt dat vooral door de verhaallijnen die in de vorige films uitgerold werden. No Time To Die is geen klassieke Bondfilm, maar Bondfanaten moeten deze gezien hebben. Want bereid u voor: James Bond laat u deze keer allesbehalve onberoerd. No Time To Die is vanaf nu te bekijken in de bioscoop.