More

    Beeld: Thomas Sweertvaegher

    ‘Nonkels’-regisseur Jelle Gordyn: ‘Eén recensent vond de reeks zelfs schandalig’

    -

    Met het tweede seizoen van ‘Nonkels’, dat vanaf april op Streamz te zien is, duiken we opnieuw in het leven van ‘De Persyntjes’. Reporters Febe Macken en Amber Roobaert spraken met regisseur Jelle Gordyn (33) over de populaire reeks, waarom paté de ideale foundation is en hoe een kroonluchter voor het meest gênante moment uit zijn carrière zorgde.

    Het tweede seizoen van ‘Nonkels’ is vanaf april te zien op Streamz. Waar gaat ‘Nonkels 2’ over? 

    Jelle Gordyn: “Er wordt verdergegaan op seizoen één, dat eindigde met een schijnhuwelijk tussen Innocent en ‘Nonkel’ Pol. Dat moeten ze drie jaar volhouden, maar Innocent – die vanuit Kameroen plots neerstreek in het leven van de drie West-Vlaamse nonkels Pol, Willy en Luc Persyn – ontmoet iemand waar hij verliefd op wordt. Dat huwelijk komt dus onder druk te staan, maar eigenlijk loopt er in alle huwelijken wel wat mis.”

    “Delphine wil trouwen, maar dat ziet Willy absoluut niet zitten. Bovendien krijgt ‘Kunstgrassen Willy’ te maken met een concurrent. Luc geraakt per toeval aan werk en krijgt een vrij leven, waardoor Carine minder vat op hem krijgt. Het is uiteraard nog steeds om te lachen, want het klinkt nu misschien een beetje dramatisch.”

    Het eerste seizoen van ‘Nonkels’ werd, ondanks eerdere kritieken, lovend ontvangen. Voel je ergens druk om ‘Nonkels 1’ te evenaren? 

    “In het begin kwam er inderdaad wat kritiek op ‘Nonkels’. Er was een algemeen gevoel van: ‘Mogen we dit wel grappig vinden?’ Het is pas vanaf aflevering vier dat dat gekanteld is en je stilaan voelde dat er best veel mensen naar keken. Gaandeweg merk je wel dat het leeft. De stress om seizoen één te evenaren is er dus wel. Ik hoop vooral dat de mensen het leuk zullen vinden.”

    Hoe ga je om met dergelijke kritiek?

    “Ik ga daar eerlijk in zijn… Als tien mensen zeggen dat iets goed is, geloof je het niet, maar als één iemand zegt dat het minder goed is, trek je je dat aan. We proberen vooral een brede reeks te maken. Al willen we nog altijd ons eigen ding doen. Dus als mensen onze humor niet goed vinden, vind ik dat oké. Maar ik vind sommige kritieken gewoon onterecht, omdat we echt veel research hebben gedaan.”

    “Eén recensent vond de reeks zelfs schandalig. Dan denk ik: ‘Nee, eigenlijk heb je niet goed gekeken’. Als je het van een afstand bekijkt, is het namelijk een aanklacht tegen het latent racisme dat leeft in onze maatschappij, in plaats van dat wij latente racisten zijn. Gelukkig heeft het grote publiek dat wel ingezien.”

    ‘Nonkels’ is een op-en-top humoristische serie. Heb je ooit schrik om te ver te gaan met humor?

    “Ja, omdat het soms ook onbewust gebeurt. We waken er over dat we niet te ver gaan. We proberen altijd naar de ‘techniciteit’ van een mop te kijken en daar een beetje mee te spelen. Al kan je nooit honderd procent iedereen tevreden stellen.”

    “Vaak wel, omdat er op een filmset veel mensen aanwezig zijn die het scenario niet per se hebben gelezen. Dan voel je het enthousiasme van mensen die het voor het eerst horen. Maar daarna is het ook wel snel bittere ernst om die mop zo goed mogelijk in beeld te brengen. Vooral in de montage moet je streng zijn. Soms is iets tof op het moment zelf, maar besef je bij het monteren dat de kijker het niet grappig zal vinden.”

    Hoe verliep de regie van de scènes met de hond Kurt die meespeelt in ‘Nonkels’?

    “Dat was een zoektocht, want ik had dat nog niet echt eerder gedaan. We hebben geleerd dat je hem moet behandelen als een kleuter van drie jaar. Als een kleuter ‘nee’ zegt, dan is het ook ‘nee’. Als Kurt er geen zin in had, probeerden we het drie dagen later gewoon opnieuw. Het kernwoord bij Kurt is ‘paté’. Als de hond iets moet likken, dan smeren we paté. Dat is ook wat huidskleurig, de ideale foundation, dus. In seizoen twee zit er bijvoorbeeld veel paté tussen de tenen van Carine.”

    Wat is het gênantste moment uit jouw hele regiecarrière?

    “We hebben ooit eens een sketch gedraaid waar we een specifiek decor voor nodig hadden. Het enige vervelende was dat er een gigantische kroonluchter hing die we niet in beeld nodig hadden. Het was blijkbaar een héél dure kroonluchter, waarvan er maar twee exemplaren bestonden. Eén hing in het Koninklijk Paleis en de andere daar. Er mocht dus zeker niets mee gebeuren. Maar je weet dat als er vijf keer wordt gezegd dat er niets mag gebeuren met die luchter, er bijna onvermijdelijk iets zal gebeuren.”

    “Eén iemand van de crew, ik ga zijn naam sparen, bukt zich om onder de kroonluchter te lopen. Maar dacht iets te snel dat hij er al voorbij was, waardoor de onderste ring van de kroonluchter naar beneden valt. Ik denk dat we twee minuten stil hebben gestaan. Het was bijna een sketch op zich. (lacht) Gelukkig viel het achteraf wel mee.”

    Waar is je liefde voor televisie en film precies ontstaan?

    “Toen ik 16 jaar was, begon ik stopmotionfilmpjes te maken met mijn oude Lego. Ik ging met mijn film naar de Kunstbende, een nationale wedstrijd. Die heb ik uiteindelijk gewonnen. Toen besefte ik dat professioneel filmmaken een optie was. Een paar jaar later slaagde ik voor de toelatingsproef aan het KASK. Ze zagen daar iets in mij, en zo is dat eigenlijk blijven bollen. Ik ben heel dankbaar dat het zo gelopen is.”

    Hoe vind je balans tussen je professionele leven en vrije tijd?

    “Ik vind het een moeilijke balans, je moet veel opofferen. Tijdens zo’n draaiperiode zit ik in een soort sociaal isolement en is het volle focus op het werk. De kinderen zie ik in de week dan niet veel, en in de weekends wil ik eigenlijk gewoon slapen.  Gelukkig kan ik dat nu wel compenseren. Zodra ‘Nonkels’ weer op antenne is, neem ik een aantal weken vakantie en kan ik de verloren tijd goedmaken. Maar ja, het is wel intens.”

    Welke aspecten van het vak geven je het meeste voldoening?

    “Wat ik heel leuk vind aan regisseren, is dat je samen met anderen een eigen universum creëert. Zo was er bij mijn eindwerk een scène op de kermis. We zeiden tegen de kermisuitbaters: ‘Jullie krijgen een bak bier, als jullie de muziekinstallatie een beetje lager willen zetten wanneer wij beginnen filmen.’ We riepen: ‘Actie!’ en hoorden dat iedereen effectief zijn muziek lager zette. Dan voel je echt dat je controle hebt en dat iedereen samenwerkt.”

    “Als pas afgestudeerde dacht ik dat een regisseur alwetend was en alles alleen moest beslissen en dirigeren. Maar met een fantastische cast als die van ‘Nonkels’ (Met hoofdrolspelers als Jelle De Beule, Rik Verheye en Wim Willaert, red.) wordt dat meer een soort samenspel. Soms krijg je interpretaties die je zelf niet verwacht had: ‘Zouden we het niet eens zus of zo proberen?’ Dikwijls komt dan iets verrassends uit de bus.”

    (Zijn zoontje onderbreekt)

    Jelle Gordyn: “Eigenlijk is regisseren hetzelfde als opvoeden. Geven en nemen.” (lacht)

    Drie snelle vragen
    Echt gras of kunstgras?

    “Echt gras, dat laat mijn tuin nog wat verwilderen. We zochten voor ‘Nonkels’ echt een soort luxemiddel. Uiteindelijk werd het kunstgras. Epoxyvloeren waren ook een optie, maar daar was creatief minder mee te doen.”
    Willy of Carine? 
    “Dan kies ik toch voor Carine. Fantastische vrouw, ze bedoelt het altijd goed. Haar achterliggende ideeën zijn oké, maar hoe het eruit komt, is altijd verschrikkelijk. En bij Willy is het achterliggende idee gewoon ook vaak verschrikkelijk.” 
    Waarom moeten mensen zeker kijken naar het tweede seizoen van ‘Nonkels’?
    “In seizoen twee voel je nog meer emotie: de lach én de traan. De onoverwinnelijke Willy krijgt een paar petsen waarvan hij moet bekomen. Luc bloeit open en gaat zelfs op teambuilding met de collega’s. Pol heeft zorgen over zijn huwelijk. Ik denk dat de kijkers luidop zullen lachen. Ze gaan ook getoucheerd zijn door personages. Dat zijn zeker redenen om te kijken. Heb ik het goed verkocht?” (lacht)

    © Stampmedia

    Advertentie
    Advertentie

    Lees Meer

    Advertentie